Onlangs volgde ik een cursus Mindfulness. Het mag momenteel dan een hype zijn, het beoogde effect van zo’n cursus kan zijn dat je juist niet met alle winden mee waait en dichter bij jezelf blijft. Mij heeft het in ieder geval veel gebracht. Tijdens één van de lessen lieten we de volgende zinnen op ons inwerken:
Moge ik vrij zijn van gevaar.
Moge ik innerlijk gelukkig zijn.
Moge ik mij lichamelijk goed voelen.
Moge ik weldadige tevredenheid kennen
Vervolgens wensten wij al deze kwaliteiten ook een geliefde toe, iemand die het moeilijk heeft, iemand die je in de verte kent en iemand met wie je wrijving ervaart. Tenslotte werden de positieve intenties gericht op alle levende wezens. De oefening – die uit de Metta van de Boeddhistische traditie komt – ontroerde mij en gaf mij een vredig gevoel. De cursusleidster, die wist dat ik theoloog ben, zei tegen mij: dit is de Christelijke traditie toch ook niet vreemd? En gek genoeg moest ik even nadenken. Natuurlijk! Het is de zegening.
In de Christelijke traditie is die zegening vooral voorbehouden aan de geestelijkheid. Het wordt al beter, maar zeker protestanten zijn er tot voor kort niet erg scheutig mee geweest: alleen aan het einde van een kerkdienst, bij je doop, huwelijk, belijdenis en wanneer je als ambtsdrager bevestigd wordt, ontvang je de zegen. En dat is jammer. Want in de zegen wordt het bestaan van een mens ten diepste gekend en gewaardeerd. In de zegen zeg je dat de ander bedoeld is te zijn wie hij is. In de zegen wens je elkaar alle goeds toe.
In de Achterhoek wensen we elkaar met nieuwjaar nog altijd: “Völle heil en zegen” toe. En inderdaad, ik denk dat het klopt, dat de zegen ook te maken heeft met heil, met heel worden. Te ervaren dat je gezegend bent, daarin te oefenen, kan je veel brengen.Tijdens de oefeningen van aandacht die ik sinds de cursus doe, probeer ik mijzelf voor ogen te houden dat ik zelf gezegend ben. En het is niet moeilijk dankbaar te zijn voor mijn lieve man en kinderen, voor een fijne familie, een prettig plekje om te wonen en het mooiste werk dat ik me kan wensen. Moeilijker is het om me voor te stellen dat ik zelf ten diepste oké ben. Dat alle schaduwkanten in mijzelf niet tussen mij en die zegen in kunnen staan. Om mijzelf en misschien ook u en jou daarbij te helpen schreef ik daarom een gedichtje:
I’j bunt gezegend
As een zunneken
dat met zacht schiensel
aover ow op geet,
as een moeder
die geduldig gebaogen
baoven owwe wiege steet,
as een stemme
die bevestigt en benuumt
hoe i’j bi’j ow diepste name heet,
as een naeister
die ow – met golden draod –
in geluk en gönnende liefde kleedt,
zo kust de hemel
in ow de aerde
en zeg ow bi’j iederen
aosem opni’j:
“I’j bunt veur mi’j
van grote waerde!
Ik bun slim wies met ow.
I’j maakt mi’j bli’j”
Netty Hengeveld
Recente reacties